Bridgerubriek 9 januari 2021

In de periode tussen kerst en de eerste week van januari doet de club de deuren dicht. De arme wedstrijdleider die al sinds maart twee keer per week naar het beeldscherm tuurt en de vorderingen volgt van de virtuele clubavond heeft ook recht op een tijdje rust. Het betekent natuurlijk niet dat we niet kunnen spelen. Op Stepbridge worden elke dag toernooien gespeeld.

Zo schoven Matthieu Verhoeven en ik aan bij het butlertoernooi van zaterdagavond. De mare dat het toernooibridge in Nederland is overleden kan meteen naar het land der fabelen worden gestuurd. Liefst 102 paren doen mee. Blijkbaar is bridgen op de bank de nieuwe vorm.

Het niveau is divers en het speeltempo strak. Er is amper tijd om eens goed na te denken over een spel en dat is precies zoals we het graag hebben. De tegenpartij doet het net zo:

W/OW
B 3
H 8 5
H B 3
A 7 6 5 2
10 8
9 5 2
A 7 4 V 9 3 2
10 9 8 6 7 4 2
V 9 8 4 H 10 3
A H V 7 6 4
B 10 6
A V 5
B
 

Het bieden is simpel en snel. Na de 1♣ opening van noord biedt zuid 1♠ om na de 1SA herbieding van noord de azen te vragen met 4SA. Na 5, een aas, springt zuid naar 6♠ en moet ik uit.

Ik concludeer dat iemand die de azen checkt, ontdekt dat er eentje ontbreekt en dan toch slem biedt, een redelijke speler moet zijn. Mijn ervaring is dat het gros bij de afwezigheid van een aas, slem laat passeren en het bij de manche houdt.

Voor mijn aas eruit wordt gedwongen en er op de lagere hartenhonneurs verliezers worden geparkeerd is het zaak een tweede slag te ontwikkelen. In klaveren heeft mijn partner de minste steun nodig en daarom kom ik uit met ♣4.

De leider gebruikt nauwelijks tijd voor het maken van een speelplan en neemt de eerste slag met ♣A en troeft een klaveren in de hand, daar gaat mijn plan. In slag drie steekt zuid over naar ♠B en troeft een tweede klaveren in de hand. Hierna casht hij troefaas en er volgt een ruiten naar de boer om nog een klaveren te troeven.

De vijfde klaveren is nu vrij en nadat zuid met ♠H de laatste troef ophaalt is het zaak even de tijd te nemen. De leider heeft geen tijd en ook geen troeven meer en speelt zonder zorgen verder. Hij neemt V over met de heer en incasseert de hoge klaveren. Met A komt hij weer in de hand en speelt harten. Ik neem met A en heb nog de vrije 10 voor een down.
Ik had natuurlijk best een ruiten kunnen afgooien op de laatste klaveren, of troef, maar zuid hoeft die kans niet te geven. Voor hij oversteekt naar de dummy met ruiten is het goed om harten spelen. West heeft nog aas-klein van harten als er een kleintje verschijnt, moet je wel nog raden of je klein legt, of de heer, maar je hebt een kans.

Opgelucht scoren we +50. Van de 51 leiders is er maar eentje die 12 slagen maakt in schoppen. De elf leiders in 6♠ bijten allemaal in het gras. Een keer staat er 4♠+2 en frappant genoeg ook 6SA gemaakt, oost dumpte teveel harten en de leider haalt twee slagen in die kleur.

Geen tijd voor tranen, op naar het volgende spel:

W/OW
V 9 8 2
7 3
H V 3
A H 3 2
B 3
5
A 10 9 4 8 6 2
9 8 7 6 4 A B 10 5 2
9 5 V 8 7 4
A H 10 7 6 4
H V B 5
-
B 10 6
 

Ik begin met 1♣ in de tweede hand en steun de schoppen na het bijbod van zuid met 2♠. Het duurt drieënhalve nanoseconde langer dan normaal voor Verhoeven verder gaat. 4 Verschijnt op het scherm.

Met vier troeven, een dubbelton in harten en lekker vulling in de lage kleuren heb ik in het licht van het eerdere 2♠ bod een beste hand heb. Toch stemmen de twee honneurs in ruiten in partners korte kleur pessimistisch. Ik zwaai af in 4♠.

Het duurt opnieuw even voor Matthieu past en ik besef dat we slem hebben. Had ik toch 4, Last Train, moeten doen?

Na afloop maakt mijn partner duidelijk dat hij zich zorgen maakte over de klaverencontrole nadat ik 4 naliet. Ik denk echter dat ik in eerste instantie mijn hand waardeer in het licht van de splinter in ruiten voor ik verdere actie onderneem.

Daarom lijkt me 4 niet de juiste voortzetting. Het veld vraagt de azen en gokt slem of stopt af, maar 3 na 2♠ geeft meer ruimte dan de sprong naar 4. Als ik na 3 met 4♣ reageer, kun je met 5 Exclusion Blackwood doen en enigszins verantwoord in slem komen.

Dan het spelen. Bijna iedereen maakt twaalf slagen. Je bent al binnen als west met ruiten begint, je troeft A eruit en dan kan je de verliezende klaveren op de andere hoge ruiten dumpen. Met A, een populaire uitkomst tegen slem ben je er ook. Je hebt dan drie harten slagen en kunt twee klaveren van de dummy opruimen en een klavertje troeven aan de overkant.

Begint west met een zwarte kaart dan ben je op jezelf aangewezen. Je kunt je geld zetten op ♣V in de knip, of A bij oost. Een handvol leiders faalde bij die opdracht. Afstoppen in de manche kostte echter al vijf imps.

We spelen negen ronden van drie spellen en in tegenstelling tot de clubavond hoeft de wedstrijdleider nauwelijks tijd bij te tellen bij een ronde. Op de club is het elke ronde prijs. Blijkbaar is de echte stepper ervarener in het gehanteerde tempo. Een ander verschil met de clubavond is het gebrek aan zwetsen. Meer dan vpv kan er niet af bij de meesten. Gelukkig kunnen we een beetje kletsen met de tribune.